Computerprogramma’s: auteursrechtelijke bescherming van voorbereidend ontwerpmateriaal
De auteursrechtelijke bescherming van computerprogramma’s is vastgelegd in titel 6 van boek XI van het Wetboek van economisch recht. Dit gaat over een specifieke bescherming die in bepaalde opzichten afwijkt van de algemene wet voorzien in Titel 5 van hetzelfde Wetboek. Computerprogramma’s worden gelijkgesteld met literaire en artistieke werken. De auteursrechtelijke bescherming van computerprogramma’s is niet beperkt tot broncode en objectcode, maar omvat ook voorbereidend ontwerpmateriaal. Waar gaat dit over? Het maken van een computerprogramma vereist een goed begrip van de situatie waaraan het programma moet voldoen. Hiervoor worden een voorafgaande analyse en schema’s opgesteld die de uit te voeren handelingen omschrijven, de organigrammen of stroomdiagrammen, gewoonlijk ‘flowcharts’ genoemd. De jurisprudentie heeft de mogelijkheid gekregen om de beschermbaarheid van flowcharts te bevestigen (Brussel, 30 juni 2003, A. & .M., 2004/2, p.153-156). Nochtans voorziet de wet een voorwaarde: de voorbereidende ontwerpwerkzaamheden moeten van die aard zijn dat een computerprogramma in een later stadium kan worden gerealiseerd. Deze voorbereidende werken kunnen worden vergeleken met het scenario van een film of met de plannen van een architect. Waarom de bescherming uitbreiden tot voorbereidend materiaal? Auteursrechtbescherming is van toepassing, voor zover aan de voorwaarden van vormgeving en originaliteit wordt voldaan, zodra het creatieve proces begint zonder dat het werk voltooid hoeft te worden. Daarom leek het normaal voor de wetgever om software te beschermen ongeacht de mate van voltooiing of ontwikkeling. Ten slotte moet worden benadrukt dat als het voorbereidende werk niet voldoende is om de software te realiseren, de genoemde voorbereidende werkzaamheden toch kunnen profiteren van de algemene bescherming van het auteursrecht, op voorwaarde dat het origineel is.
