Auteursrecht: wat te onthouden van het jaarverslag 2015 van de DVB?
De Dienst Voorafgaande Beslissingen (hierna DVB) heeft zijn jaarverslag 2015 gepubliceerd. Eén item is gewijd aan prefilingaanvragen die niet tot een beslissing hebben geleid. Met betrekking tot het belastingregime van het auteursrecht worden drie situaties beschreven: de eerste betreft een directeur van een bedrijf dat brochures uitgeeft met betrekking tot de projecten die het in het verleden heeft gedaan. Het bedrijf wenst deze brochures te gebruiken voor de promotie van zijn activiteiten. De auteur is bereid om een dergelijk gebruik toe te staan tegen betaling van een vergoeding die is vastgesteld op 3% van de omzet van het bedrijf. De DVB heeft, na onderzoek van het werk, geoordeeld dat het niet door auteursrechten kan beschermd worden wegens gebrek aan originaliteit. Het is moeilijk om de beslissing van de DVB inzake originaliteit te waarderen als men zelf het werk niet heeft kunnen bekijken. Toch lijkt het nuttig om te onthouden dat het werk auteursrechtelijk beschermd is als het de persoonlijke stempel van zijn auteur draagt, wetende in hoeverre deze laatste vrije en creatieve keuzes heeft kunnen maken. De rechtspraak is in het bijzonder gunstig voor de bescherming van oeuvres. Bovendien moet worden opgemerkt dat de DVB twijfels heeft over de noodzaak om eigendomsrechten te verwerven voor het uitoefenen van de beroepsactiviteit. Men mag terecht verbaasd zijn over dergelijke twijfel, omdat de belastingdienst de mogelijkheid van een beroepsuitgave niet kan beoordelen. Bovendien is het duidelijk dat het gebruik van een auteursrechtelijk beschermd werk onderworpen is aan de toestemming van de auteur. Het is daarom van geen belang dat dit gebruik al dan niet noodzakelijk is voor de uitoefening van de beroepsactiviteit. De tweede door de DVB onderzochte situatie heeft betrekking op een consultant die zijn job uitvoert door tussenkomst van een bedrijf. De positie van de DVB moet vergeleken worden met diegene die verdedigd wordt voor advocaten. De DVB weigert de toepassing van het belastingregime op auteursrecht wanneer de eindklant niet geïnteresseerd is in het verwerven van de rechten. Een dergelijke positie is niet te rechtvaardigen op grond van de wettekst. De DVB voegt nog een voorwaarde toe aan de wet door te eisen dat rechten door het bedrijf verworven geheel of gedeeltelijk opnieuw afgestaan worden aan een derde. De derde situatie heeft betrekking op interieurarchitecten. De DVB bevestigt haar eerste standpunt dat het enkel in zeer uitzonderlijke gevallen zou zijn, wanneer er sprake is van een herkenbare stijl, origineel en eigen aan de architect, dat het fiscaal stelsel voor auteursrecht van toepassing zou zijn. We kunnen enkel maar de juistheid van een dergelijk standpunt aanvechten. Zoals hierboven al gezegd, wordt het concept van originaliteit in het voordeel van de auteur geïnterpreteerd zodat hij van een hoger beschermingsniveau geniet.
