Actualiteit

Auteursrechten: de belastingadministratie heeft het bij het verkeerde eind

De belastingadministratie voert momenteel tal van controles uit op de toepassing van het auteursrechtelijk belastingstelsel. Hierbij verdedigen sommige ambtenaren standpunten die in strijd zijn met de wet: ten eerste gebeurt de herkwalificatie van auteursrechten niet automatisch wanneer zij het plafond overschrijden dat ingevoerd werd door artikel 37, lid 2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen – dit in tegenstelling tot wat wordt beweerd door de belastingadministratie en met name de Dienst Voorafgaande Beslissingen. Ambtenaren worden verzocht te stellen dat artikel 37, lid 2 moet worden gelezen zonder rekening te houden met het eerste lid. Op die manier kan de belastingadministratie beweren dat zij niet moet aantonen dat de auteursrechten kaderen in het uitoefenen van de beroepsactiviteit door de belastingbetaler – een voorwaarde in de wet voorzien om een herkwalificatie van auteursrechten in beroepsinkomsten mogelijk te maken – waardoor de herkwalificatie ervan automatisch gebeurt. Deze benadering is in strijd met de wet. De belastingdienst is zich hiervan terdege bewust, want bij een geschil op het moment van de klacht, hebben de centrale administratie en de Bemiddelingsdienst informeel bevestigd dat de bewijslast uitsluitend bij de belastingadministratie ligt. In dit verband kan nog gewezen worden op het arrest van het Hof van Cassatie van 10 november 2017, waarin het de positie van de belastingdienst veroordeelt over de aard van het bewijs dat het moet geven voor de herkwalificatie van auteursrechten in beroepsinkomsten (http://www.fiscalite-droitdauteur.be/nl/2018/02/19/de-auteursrechten-blijven-auteursrechten-zelfs-boven-het-in-artikel-37-van-het-wib92-vastgestelde-plafond/).

Ten slotte worden ambtenaren van de belastingdienst verzocht, via een interne instructie, om van de door de belastingplichtige aangegeven beroepskosten de forfaitaire kosten voor auteursrechten af te trekken, met als argument dat de belastingbetaler anders zou genieten van een dubbele aftrek van dezelfde kosten. Dit is absoluut verkeerd. Deze illegale praktijk moet worden bestreden. Inkomsten die voortvloeien uit de cessie of concessie van auteursrechten en de inkomsten uit een creatieve activiteit behoren tot twee verschillende inkomstencategorieën. Voor elke categorie van inkomsten voorziet de wet de mogelijkheid voor de belastingbetaler om de kosten af te trekken die hij heeft gemaakt om het inkomen van de betreffende categorie te verwerven. Voor auteursrechten heeft de belastingbetaler dus recht op aftrek van de kosten die hij heeft gemaakt in het kader van de overdracht van die rechten. Bij gebrek aan bewijsstukken laat de Koning de toepassing van een forfait toe. Er is geen enkele wettelijke bepaling die voorziet dat de door de belastingplichtige geclaimde beroepskosten moeten worden verminderd met dit forfait.